Minisymposium en promotie

Op 22 november 2007 heeft dr. C.F.M. (Kitty) Linssen (zie CV), microbioloog in het azM, haar proefschrift zeer succesvol verdedigd. De titel van het proefschrift is:‘Diagnostic value of bronchoalveolar lavage in infectious disorders’.

Deze promotie was volgens de pro-rector uniek aangezien er voor het eerst in de geschiedenis van de UM twee vrouwelijke promotoren waren.


Foto: kweekplaat

Diezelfde dag is er een minisymposium georganiseerd in Maastricht getiteld: ‘BAL masqué: the mystery of BAL’.Tijdens dit minisymposium is dieper ingegaan op de diagnostische waarde van BAL zowel op de intensive care, als bij infectieuze en niet infectieuze aandoeningen. Er waren ruim 50 belangstellenden.

Programma BAL Congres 22-11-2007

 

Uitreiking prof. dr. Jan A. Jacobs Award

Aan het eind van dit symposium is voor de tweede maal de prof. dr. Jan A. Jacobs BAL award uitgereikt aan Riet Schmitz en Yvonne Nijsen. Deze prijs is ter beschikking gesteld door de ild care foundation, de afdeling longziekten en medische microbiologie van het azM.

Jury Rapport

Naar het oordeel van de jury heeft Riet (M.P.J.) Schmitz, leidinggevend analiste van de subafdeling eiwitchemie van het laboratorium van de afdeling Klinische Chemie, een substantiële bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het bewerken van BAL-vloeistof in het azM gedurende vele jaren. Zij valt op door haar enthousiasme voor het onderwerp, perfectionisme en uitermate zorgvuldige rapportage in het unieke ballenboek.

Volgens de jury heeft Yvonne (I.E.J.) Nijsen, analiste van de afdeling Medische Microbiologie, een substantiële bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het bewerken van BAL-vloeistof in het azM.
Zij valt op door haar enthousiasme voor het onderwerp, goede ideeën, bereidheid om bij te leren en betrouwbaarheid.

De inzet van Riet en Yvonne is essentieel voor optimale patiëntenzorg en vormt de basis voor de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek.


Foto: links Riet Schmitz, rechts Yvonne Nijsen

Programma

BAL masqué: the mystery of BAL
22 november 2007, Maastricht

10.00-10.30 uur: Ontvangst

10.30-11.15 uur: ‘Diagnosis ventilator-associated pneumonia: to BAL or not to BAL?’
Dr. D. Bergmans, internist-intensivist azM, Maastricht

11.15-12.00 uur: ‘Diffuse alveolar damage and acute lung in injury: the diagnostic role of BAL’
Prof. dr. V. Poletti, longarts, patholoog Forli, Italie

12.00-13.30: uur Lunch

13.30-14.15 uur ‘Hidden qualities of BAL’
Prof. dr. M. Drent, longarts, azM, Maastricht

14.30-14.45 uur: Verplaatsing naar de aula

16.00-17.30 uur: Promotie Drs. C.F.M. Linssen UM Maastricht.

BAL

Longinfecties vormen een groot probleem, vooral bij patiënten die op de intensive care worden verpleegd. In de diagnostiek van dergelijke longaandoeningen kan bronchoalveolaire lavage (BAL) ofwel longspoeling een waardevolle aanvulling betekenen op het traditionele traject van laboratoriumtesten, longfunctietesten en radiologisch onderzoek. Vooral het aantonen van zogenaamde intracellulaire bacteriën is hierbij van belang gebleken. De foto’s laten afbeeldingen van bacteriën zien in cellen te vinden in BAL-vloeistof van patiënten met een longinfectie.

 
Foto’s: Voorbeelden van intracellulaire bacteriën.

Novartis Pulmonologie Prijs 2007

Op 5 oktober heeft prof. dr. Marjolein Drent in de jaarbeurs te Utrecht de Novartis Pulmonologie Prijs 2007 uitgereikt gekregen tijdens de jaarvergadering van de NVALT (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose).

Naar het oordeel van de jury heeft zij een substantiële bijdrage geleverd aan de kwaliteit van de longgeneeskundige zorg. Niet door uitmuntend wetenschappelijk onderzoek of een het beste proefschrift maar vooral door extra activiteiten om de kwaliteit van leven van patiënten te verbeteren.

De prijs werd dit jaar voor de 9e keer uitgereikt. Jaarlijks kunnen Nederlandse longartsen een collega voordragen voor deze prijs. Een landelijke jury beslist wie uiteindelijk uit de genomineerde wordt gekozen en de prijs ontvangt.

http://www.summum.mumc.nl/

Hardlopen voor het goede doel

Op 8 oktober 2006 heeft eerste initiatief om op alle mogelijke manieren gelden te gaan werven voor de ild care foundation plaatsgevonden. Tijdens de marathon van Eindhoven is door een groep van twintig deelnemers bestaande onder andere uit een aantal longartsen en huisartsen gelopen voor dit goede doel.
deelnemers Marathon
(foto: aantal van de enthousiaste deelnemers).

Eindhoven stond 8 oktober volledig in het teken van de marathon. Het weer was voortreffelijk, er waren volop toeschouwers langs het hele parcours. De firmaZambon heeft de 20 lopers gesponsord. Door deze lopers is totaal 392.2 km gelopen. De opbrengst bedroeg 784.40 euro. We danken uiteraard de enorme inzet van alle lopers en hopen dat er nog vele van de initiatieven zullen volgen.

‘Vage klachten zijn verklaarbaar’

Interview Nieuwe hoogleraar Marjolein Drent.

adembenemende contacten
(fotograaf: Marcel van den Bergh).

Zij ziet relatie tussen longproblemen en ernstige vermoeidheid

Gaat het nu om het aantal patiënten of om hun kwaliteit van leven’, zegt prof. dr. Marjolein Drent een beetje geprikkeld als het relatief geringe aantal patiënten met interstitiële longziekten (ild) ter sprake komt: ongeveer twintigduizend in Nederland. Aanzienlijk minder dan de 350 duizend Nederlanders met de diagnose longemfyseem of de 450 duizend met astma.
‘We hebben hier te maken met mensen die ernstig vermoeid zijn en soms nauwelijks kunnen functioneren in het dagelijks leven. Ze worden ook nauwelijks serieus genomen. Niet door hun omgeving, collega’s en hun werkgever en dikwijls ook niet door hun artsen’, stelt Drent die sinds half december bijzonder hoogleraar longziekten aan de Universiteit Maastricht is en vorige week vrijdag haar oratie hield. Naast die in Utrecht bezet ze nu de tweede Nederlandse leerstoel die zich in het bijzonder richt op interstitiële longaandoeningen.

Het probleem wordt natuurlijk onderschat, anders zat u niet op deze nieuwe leerstoel.

‘Ik denk dat we er de komende jaren achter zullen komen dat veel meer mensen dan we dachten klachten, zoals vermoeidheid en kortademigheid, hebben die terug te voeren zijn op een vorm van chronische ontsteking van het longweefsel. Die ontstekingsreacties kunnen ontstaan door stoffen die worden ingeademd – fijn stof en vezeltjes, spray voor leren jasjes, onkruidbestrijdingsmiddelen. Drukkers, die siliconenspray gebruiken, kunnen er last van krijgen of lassers, door de dampen die vrij komen. Mensen hebben geen idee hoeveel van de stoffen die we gebruiken schadelijk zijn.
Maar klachten zijn ook terug te voeren op stoffen die in het bloed zijn opgenomen, zoals medicijnen. We verwachten vooral dat bepaalde combinaties van medicijnen schadelijk kunnen zijn’.
De betreffende stoffen irriteren het longweefsel, waardoor er een immunologische reactie op gang komt. De afweercellen proberen de irritatie weg te nemen en om een of andere reden lukt dat niet goed. Bijvoorbeeld omdat de vezeltjes van steenwol te weerbarstig zijn voor de opruimcellen. Maar het kan ook komen doordat de stoffen de afweercellen stimuleren om signaalstoffen uit te scheiden die de afweerreactie op gang houden. Langzaam maar zeker gaan de longcellen daardoor kapot en worden ze vervangen door bindweefsel. Daardoor vermindert de capaciteit van het gaswisselende longweefsel. Niet iedereen reageert even heftig op die schadelijke invloeden in lucht en bloed. De combinatie van blootstelling, genetische aanleg en omgevingsfactoren is bepalend. Mijnwerkers die jaren kolenstof inademden hadden vaak deze vorm van longschade, maar zij zijn in Nederland een uitstervende groep. Ook mensen die een combinatie van bepaalde antidepressiva (de SSRI’s) en bloeddrukmiddelen (bètablokkers) gebruiken hebben een grotere kans op ild. Dat geldt ook voor mensen die een specifieke opmaak hebben van het gen voor het enzym cytochroom P450. Dit CYP is, onder meer in de lever, betrokken bij de afbraak van medicijnen. ‘Bij ongeveer één op de vijf mensen is dat gen zo veranderd dat het bijbehorende enzym z’n afbraakfunctie minder goed vervult. Daardoor worden bepaalde medicijnen slechter uit het lichaam geklaard. In dat geval is het beter deze mensen zulke medicijnen niet, of lager gedoseerd, voor te schrijven. Vooral wanneer de werkzaamheid van het betreffende medicijn juist is toe te schrijven aan een door het CYP-systeem gevormd afbraakproduct. Mensen reageren dan onvoldoende op het medicijn, de dosis wordt verhoogd en er ontstaan concentraties in het bloed die schadelijk voor de longen zijn.

Zijn deze voor longschade gevoelige mensen te identificeren.

In het Academisch Ziekenhuis Maastricht hebben we een speciale CYP-werkgroep opgericht die artsen begeleidt bij het voorschrijven van de juiste doses en combinatie van medicijnen. We proberen te voorspellen welke patiënten een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van bijwerkingen. We realiseren ons te weinig dat een derde van de ziekenhuisopnames te maken heeft met een verkeerd medicijngebruik. Ik vind dat bij het testen en registreren van medicijnen beter moet worden gekeken naar de negatieve effecten, zeker bij patiënten met bekende defecten in het CYP-afbraaksysteem.
Centraal daarbij staat de over-activatie van het immuunsysteemDat zien we ook bij patiënten met sarcoïdose. Dat is een grillige aandoening die zich overal in het lichaam kan voordoen en waarbij afweercellen het weefsel infiltreren. Vooral de longen, maar ook de spieren, ogen, lever, huid en gewrichten kunnen zijn aangedaan. Sarcoïdosepatiënten zijn dikwijls erg moe. Naar schatting leiden in Nederland zevenduizend mensen aan sarcoïdose. Hun kwaliteit van leven is vaak ernstig aangetast, wat versterkt wordt doordat moeheid moeilijk objectief is vast te stellen en door de omgeving vaak niet wordt erkend. ‘Wij zijn erachter gekomen dat het geen toeval is dat patiënten redelijk consistent een aantal vage klachten, zoals moeheid, pijn, onrustige benen en eetstoornissen melden. Dit klachtenpatroon is terug te voeren op de zogeheten ‘dunne vezel neuropathie’. Stoornissen in de dunne zenuwvezels die het onwillekeurige zenuwstelsel vormen dat betrokken is bij pijn, temperatuurzin en de regulatie van de bloeddruk. Door deze bevindingen zijn we er, door samenwerking van diverse disciplines in ons Sarcoïdose Management Team, achter gekomen dat dit onwillekeurig zenuwstelsel geregeld is aangetast bij patiënten met sarcoïdose en andere aandoeningen waarbij het afweersysteem is betrokken. Dat verklaart een groot deel van de vage klachten. Die zitten dus niet ‘tussen de oren’. Ook hier gaat het weer over die aanhoudende ontstekingsreactie. Voorbeelden daarvan zijn reuma, mensen die cytostatica gebruiken en wellicht ook het chronisch vermoeidheidssyndroom ME.

Valt die over-activatie van het immuunsysteem te remmen

Er is een medicijn dat bepaalde signaalstoffen van het afweersysteem remt. Helaas is het alleen geregistreerd voor toepassing bij patiënten met reuma en de ziekte van Crohn. De fabrikant die het maakt, vindt het op dit moment niet opportuun om het te laten registreren voor sarcoïdose en wil het middel vooralsnog ook niet gratis beschikbaar stellen voor onderzoek. Een patiënt ermee behandelen kost 25 duizend euro per jaar. Voor gedegen onderzoek hebben we minstens vijftig patiënten nodig. Alleen al een paar miljoen voor medicijnen kan het ziekenhuis niet opbrengen. ‘De kosten voor specialistische, en vaak experimentele, behandeling zijn overigens een algemeen probleem. Door de introductie van de DBC’s, de Diagnose-Behandel Combinaties, krijgen ziekenhuizen een vast bedrag voor elke patiënten met een bepaalde diagnose. De kosten van experimentele medicijnen zijn echter schrikbarend hoog en het zijn juist de specialistische centra die de patiënten krijgen die voor behandeling met zulke middelen in aanmerking komen. Die worden slechts deels vergoed en soms helemaal niet. Bovendien doet soms de ene zorgverzekeraar het wel en de andere het niet. Daardoor ontstaat een onaanvaardbare ongelijkheid tussen patiënten.’

U pleit voor specialistische expertisecentra waar verschillende disciplines samenwerken ten behoeve van het stellen van een diagnose en het behandelen van patiënten

‘De medische wetenschap is dermate ingewikkeld geworden dat er superspecialisten zijn ontstaan omdat alle ontwikkelingen niet meer door één persoon zijn bij te houden. Daardoor ontbreken echter artsen die de samenhang van verschijnselen kunnen zien, over de grenzen van de superspecialismen kunnen heen kijken. ‘Het gebeurt dat een cardioloog, een longarts, een internist zeggen: ik heb de patiënt onderzocht en in mijn discipline kan ik er niets mee. Zo’n patiënt kan vervolgens onterecht worden teruggestuurd naar de huisarts. Die zou dan de samenhang van de klachten en bevindingen moeten zien. Daar zijn huisartsen niet voor bedoeld. ‘Daarom moeten specialismen zelf veel meer samenwerken. Niet alleen in logistieke zin, zodat een patiënt snel van de ene specialist naar de andere kan. Maar specialisten moeten ook gezamenlijk patiënten bespreken en zo de samenhang aanbrengen. Anders komen we er straks achter dat we als artsen weliswaar heel veel kunnen, maar dat een toenemende groep patiënten tussen de wal en het schip is gevallen.’

Artikel Volkskrant 13 mei 2006, geschreven door: Maarten Evenblij

Symposium: ‘ Past, present and future of interstitial lung diseases’

longtheater

(fotograaf: Engelbert Schins).

Op 12 mei 2006 vond bovengenoemd symposium plaats in het DerlonTheater aan de Maas, de voormalige ‘Bordenhal’. Voor deze gelegenheid, die werd ingeleid door Burgemeester G. Leers, werd het theater benoemd tot ‘LONGTHEATER’.

Op het symposium hebben kopstukken uit Europa en Amerika op het gebied van interstitiële longaandoeningen hun licht laten schijnen op de historie, de actualiteit en de toekomst van deze aandoeningen.
Sprekers waren professor dr Om Sharma (USA), onder meer voorzitter van de wereldorganisatie voor sarcoïdose WASOG, professor dr Ulrich Costabel (Duitsland), vice voorzitter van de WASOG en voormalig editor van de European Respiratory Journal, professor dr Talmadge King (USA), editor van het internationale standaardwerk “Interstitial lung disease” en voormalig voorzitter van de Amerikaanse longartsen vereniging ATS, en Prof. dr Roland du Bois (UK), gespecialiseerd in interstitiële longziekten en betrokken bij vele studies en wetenschappelijke artikelen.
Tijdens het symposium zijn onder meer de resultaten besproken van de meest recente multi-centrische klinische studies met ontstekingsremmers en met anti-oxidanten. Daarnaast is ook aandacht besteed aan diagnostische en therapeutische vraagstukken.

Inaugurele rede prof.dr. Marjolein Drent

Inaugurele rede prof.dr. Marjolein Drent

adembenemende contacten

Leerstoel interstitiële longaandoeningen:
Interstitiële longaandoeningen zijn even divers als complex. Van vele aandoeningen is de oorzaak niet in detail bekend. Ook de exacte incidentie is niet te geven. De beste schattingen gaan uit van ongeveer twintig duizend gevallen in ons land per jaar, maar goed gefundeerde getallen ontbreken. Het is vanuit dat licht misschien ook niet verwonderlijk dat het tot 2006 heeft moeten duren voor er twee aparte leerstoelen voor deze aandoeningen van het longparenchym zijn gereserveerd.

Een maand nadat haar opleider en co-promotor, professor dr. Jules van den Bosch, werkzaam in het Sint Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein zijn ambt als hoogleraar interstitiële longziekten aan de Universiteit Utrecht heeft aanvaard, heeft professor Drent op 12 mei 2006 in Maastricht haar inaugurele rede gehouden. Hierin werd ingegaan op de rol van de verschillende factoren die een interstitiëële longaandoening kunnen veroorzaken. Bovendien werd het belang benadrukt van centrale begeleiding en multidisciplinaire samenwerking in de bestrijding van deze ziekten.

Professor Jan Jacobs BAL Award 2005

Jan Jakobs

(foto: Professor Jan Jacobs).

Op 14 december 2005 heeft Prof.dr. Jan A. Jacobs, microbioloog officieel afscheid genomen. Ter ere hiervan was een minisymposium georganiseerd. Tijdens dit symposium heeft hij voor de eerste maal de Professor Jan Jacobs BAL Award uitgereikt aan Lisette Cornelissen, laborante van de afdeling Medische Microbiologie van het azM voor haar verdienste bij de zorgvuldige opwerking van BAL-vloeistof materiaal. Haar inzet is belangrijk voor de patiëntenzorg, maar heeft ook de basis gelegd voor o.a. het promotie onderzoek van dr. Els De Brauer en drs.Kitty Linssen.

Deze prijs is ingesteld door de afdeling longziekten, het ild care team en de BAL werkgroep van het azM. Deze prijs is bedoeld als stimulans om de topkwaliteit waarmee de bewerking van de BAL in het azM onder de bezielende leiding van Professor Jan Jacobs heeft plaatsgevonden te waarborgen ook na zijn vertrek. Prof. dr. Jan Jacobs kreeg zelf een afbeelding van de Jan Jacobs cel overhandigd.

Jan Jacobs Cel
(foto: Jan Jacobs cel).

Prijzen Elske Hoitsma

(foto: Elske Hoitsma).

Op 13 juni 2002 kreeg Elske Hoitsma (foto bijlage) de Pélerin wetenschapsprijs en de prof. dr. A. van der Linden trofee.
Zie: dunne vezelneuropathie bij sarcoidose of NL samenvatting

Elske Hoitsma ontving in 2002 ook de Prinses Beatrix Fonds-jaarprijs neuromusculaire ziekten 2002.
Zie: Medisch Contact

FSR Awards Grants through WASOG
FSR awarded their first grants to two researchers selected at the 7th World Congress of The World Association of Sarcoidosis and Other Granulomatous Disorders (WASOG) Conference, held in Stockholm, Sweden. Elske Hoitsma, researcher at University Hospital Maastricht, Holland, was chosen based upon questionnaires and abstract she submitted to a peer review panel composed of some of the top sarcoidosis clinicians and researchers worldwide. Dr. Hoitsma’s work was focused on small fiber neuropathy and autonomic dysfunction.
Zie: Stop Sarcoidosis

STYLE SWITCHER

Header Style

Accent Color