



Longschade wordt in verband gebracht met het gebruik van bepaalde medicijnen, ook wel adembenemende geneesmiddelen genoemd. In de dagelijkse klinische praktijk blijft deze oorzaak van longschade echter vaak onopgemerkt en wordt helaas nog steeds onderschat. We vroegen ons af of bepaalde erfelijke eigenschappen, die betrokken zijn bij de verwerking van geneesmiddelen door ons lichaam, gekoppeld kunnen worden aan longschade. Bestaat er een verband tussen het geneesmiddelengebruik en individuele erfelijke (farmacogenetische) kenmerken bij het ontstaan en/of beloop van door geneesmiddelen veroorzaakte interstitiële longaandoeningen (DI-ILD)?
In ons onderzoek hebben we 467 patiënten onderzocht die waren doorverwezen naar het ILD Expertisecentrum van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein vanwege een verdenking op DI-ILD. Maar liefst 79% van hen vertoonde variaties in hun erfelijk eigenschappen in combinatie met het gebruik van geneesmiddelen die hierdoor minder goed verwerkt konden worden. Bij 60% van deze patiënten was daarom de diagnose van door geneesmiddelen veroorzaakte longziekte waarschijnlijk, terwijl het bij 38% zelfs zeer waarschijnlijk was. Statines bleken een significante rol te spelen bij mannen in de onderzochte groep, terwijl vrouwen vaker nitrofurantoïne kregen voorgeschreven. Dit geneesmiddel wordt weliswaar niet door de geteste variaties beïnvloed, maar wordt wel in verband wordt gebracht met mogelijke veroorzaker van longschade.
Deze bevindingen benadrukken het belang om niet enkel te focussen op het gebruik van geneesmiddelen, maar ook op de manier waarop een individu deze verwerkt ondersteund door farmacogenetisch onderzoek. Deze zorg op maat draagt bij aan het begrijpen van mogelijk individuele potentiële oorzaken of bijdragende factoren bij de ontwikkeling of verergering van ernstige en regelmatig onverklaarbare longaandoeningen.
Drent M, Wijnen PA, Jessurun NT, Harmsze AM, Bekers O, Bast A. Drug‑gene risk stratification in patients with suspected drug‑induced interstitial lung disease. Drug Safety 2024; https://doi.org/10.1007/s40264-024-01400-0.
Zie ook Loupe 2024; 19(2): 10. (PDF)
Luister ook de Podcast over adembenemende geneesmiddelen: https://metvolleteugen.transistor.fm/episodes/marjolein-drent-over-adembenemende-geneesmiddelen

Vitamin K: a potential missing link in critical illness–a scoping review

Vitamine K is essentieel voor bloedstolling, het ondersteunen van botgezondheid en cardiovasculaire functies, en anti-oxidatieve processen. Een tekort aan vitamine K heeft een aanzienlijke impact op herstel van IC-patiënten. Lage vitamine K-spiegels verminderen de bloedstolling en verhogen het risico op ongecontroleerde bloedingen, wat cruciaal kan zijn voor het herstel van de patiënt. Daarnaast is er een verhoogd risico op microbloedingen in de longen, wat kan leiden tot diffuse alveolaire bloeding, een potentiële trigger voor de ontwikkeling van longfibrose door het veroorzaken van oxidatieve stress. Dit review in Critical Care biedt voor het eerst een uitgebreide kijk op het complexe metabolisme van vitamine K, de gevolgen van vitamine K-tekort en geeft richting aan klinische diagnose en behandeling bij IC-patiënten. Ook wordt de noodzaak van geïndividualiseerde voedingsstrategieën en verdere studie naar optimale doseringen en toedieningsmethoden benadrukt.
Belangrijkste bevindingen:
· IC-patiënten lopen risico op vitamine K-tekort door factoren zoals ondervoeding, slechte opname en verhoogde fysiologische behoeften.
· Suppletie kan de vitamine K-status verbeteren, maar normalisatie blijft een uitdaging.
· Vitamine K-tekort correleert met langere IC-verblijven, mechanische ventilatie en verhoogde mortaliteit.

Figuur 1: De functies van vitamine K in het lichaam en de gevolgen van vitamine K tekort voor de longen
In 2023 is in Huisarts & Wetenschap het artikel: ‘Sarcoïdose, een vaak miskende aandoening’, geschreven door Nellie Jans en Marjolein Drent verschenen.
Het artikel beschrijft de klinische uitdaging die deze aandoening veelal is, vooral voor de huisarts. Sarcoïdose is een ontstekingachtige aandoening van het afweersysteem. Elk orgaan kan betrokken zijn bij het ziekteproces en tot klachten leiden. De belangrijkste klacht is ernstige vermoeidheid wat tot allerlei beperkingen kan leiden in het dagelijks leven. Patiënten worstelen regelmatig met onbegrip. De oorzaak is nog steeds niet geheel duidelijk. Het heeft te maken met een combinatie van aanleg, blootstelling aan bepaalde stoffen en omstandigheden. Een adequate behandeling is helaas nog niet voorhanden. Het leidt veelal tot fysieke, psychosociale, maatschappelijke, financiële en emotionele problemen. Een multidisciplinaire aanpak met een belangrijke rol voor de patiënt zelf wordt daarom zeer aanbevolen.


Longschade kan veroorzaakt worden door het gebruik van bepaalde medicijnen, zogenaamde adembenemende geneesmiddelen. In de dagelijkse praktijk blijft deze oorzaak van longschade regelmatig onopgemerkt en wordt helaas nog steeds onderschat. We vroegen ons af of bepaalde individuele erfelijke (farmacogenetische) eigenschappen, betrokken bij het metabolisme van geneesmiddelen, een rol spelen bij het ontstaan en/of beloop van door geneesmiddelen veroorzaakte interstitiële longaandoeningen (DI-ILD). We hebben 467 patiënten met verschillende vormen van longfibrose, die verwezen waren naar het ILD Expertisecentrum van het St. Antonius Ziekenhuis vanwege een mogelijke verdenking op DI-ILD, onderzocht. Maar liefst 79% van hen vertoonde genetische variaties in enzymen die betrokken zijn bij het metabolisme van door hen gebruikte geneesmiddelen, die hierdoor minder goed verwerkt konden worden. Bij 60% van deze patiënten was de diagnose van door geneesmiddelen veroorzaakte longschade waarschijnlijk, terwijl het bij 38% zelfs zeer waarschijnlijk was. Vooral bij mannen bleken statines een significante rol te spelen, terwijl vrouwen vaker nitrofurantoïne voorgeschreven hadden gekregen. Hoewel dit geneesmiddel niet door de geteste variaties beïnvloed wordt, wordt het wel gezien als mogelijke veroorzaker van longschade. Deze bevindingen benadrukken het belang om niet enkel te focussen op het gebruik van geneesmiddelen, maar ook op de manier waarop een individu deze verwerkt. Dit kan ondersteund worden door farmacogenetisch onderzoek. Deze zorg op maat draagt bij aan het begrijpen van mogelijk individuele potentiële oorzaken of bijdragende factoren bij de ontwikkeling of verergering van ernstige en regelmatig onverklaarbare longaandoeningen, zoals longfibrose.

In het alom hooggewaardeerde tijdschrift de New England Journal of Medicine (impact factor 91.245) is een overzichtsartikelartikel verschenen van prof. Marjolein Drent. Het betreft een op uitnodiging geschreven review over allerlei aspecten van sarcoïdose. De titel is: ‘Challenges of Sarcoidosis and Its Management’. In samenwerking met de co-auteurs prof. Johan Grunewald (Stockholm, Zweden) en dr. Elliot Crouser (Columbus, Ohio, USA) is dit stuk tot stand gekomen. Tijdige diagnose en de keuze voor de juiste behandeling op maat zijn een grote uitdaging. Het overzicht is bedoeld als leidraad en naslagwerk voor elke behandelaar van sarcoïdosepatiënten, met overzichtelijke tabellen en figuren.
Drent M, Crouser ED, Grunewald J. Challenges of sarcoidosis and its management. N Engl J Med 2021: 385:1018-32. doi: 10.1056/NEJMra2101555

Longschade door medicatie verdient meer aandacht. Regelmatig wordt het (te) laat ontdekt en is er al schade ontstaan.
Door de vergrijzing en polyfarmacie zal dit alleen nog maar toenemen. Voor het vroegtijdig herkennen van bijwerkingen is allereerst eraan denken cruciaal. Zijn de klachten ontstaan of erger geworden na het starten van een nieuw medicijn?
Bij het optimaliseren van farmacotherapie, het voorschrijven van medicatie op maat, spelen naast de persoonlijke situatie farmacogenetische eigenschappen een belangrijke rol. Farmacogenetica is van groot klinisch belang voor het bepalen van de individuele gevoeligheid voor een bepaald medicijn. Polymorfismen in het CYP450-systeem en andere systemen kunnen aanleiding geven tot ongewenste reacties op medicatie, bijwerkingen of zelfs toxische reacties.
Lees meer in het artikel in PIL maart 2024: (PDF). 
De voorzitter van de ild care foundation, woonachtig in Ede, geboren in Bennekom, prof. dr. Marjolein Drent, heeft de prestigieuze Swierenga Penning op 28 juni j.l. in ontvangst mogen nemen tijdens het jaarlijkse congres van de NRS in Utrecht.
Sinds 1982 wordt deze prijs uitgereikt door de Swierenga Stichting en de Netherlands Respiratory Society (NRS) aan een persoon met buitengewone verdienste in de diagnostiek, behandeling of wetenschap van longziekten. De Swierenga penning is de hoogste onderscheiding binnen het vakgebied longziekten in Nederland.
Dit jaar is bij hoge uitzondering besloten zowel aan prof. dr. M. Drent (longarts) als aan prof. dr. W. Timens (patholoog) de NRS Swierenga Penning 2024 uit te reiken. Tijdens het Dutch Lung Congress ontvingen zij uit handen van bestuurslid van de Swierenga stichting, dr. B. Luijk de penning. Het besluit om longarts prof. dr. Marjolein Drent de NRS Swierenga Penning uit te reiken werd met name bepaald door haar onderscheidende bijdrage op het gebied van ILD- en sarcoïdosezorg. Ze werkt al tientallen jaren onvermoeibaar om het leven van patiënten en hun families die lijden aan deze relatief zeldzame aandoeningen te verbeteren. Ook heeft zij een grote bijdrage geleverd aan meer aandacht voor vermoeidheid, dunne vezelneuropathie en de impact van deze symptomen op de kwaliteit van leven. Tot slot heeft zij een belangrijke voortrekkersrol gespeeld in de multidisciplinaire zorg voor deze complexe aandoeningen, die inmiddels in veel gespecialiseerde centra standaard zorg is, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.
Bij de uitreiking vertelt Prof. dr. Marjolein Drent over haar ervaringen in de afgelopen dertig jaar en spreekt ze haar dankbaarheid uit naar iedereen die haar heeft gesteund, geholpen en vooral naar de patiënten die haar hun vertrouwen hebben gegeven. In haar presentatie: ‘Adembenemende ervaringen: inspiratie voor de toekomst’ benadrukt ze het belang van goed luisteren en de juiste vragen stellen. Blijf altijd nieuwsgierig naar oorzaken. Het belang van ‘personalised medicine’ of te wel zorg op maat wordt geïllustreerd aan de hand van een paar voorbeelden, waaronder het belang van farmacogenetisch testen om medicatie zo effectief mogelijk in te zetten met zo min mogelijk risico op bijwerkingen, waaronder longfibrose.
Marjolein Drent is tevens emeritus-hoogleraar interstitiële longaandoeningen aan de Universiteit Maastricht, gast-senior researcher van het ILD Expertisecentrum, afdeling longziekten van het St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein en lid van de Witte Raven.

Meer over de Swierenga Penning
De penning draagt de naam van Prof. dr. Jaap Swierenga. Hij was één van de eerste hoogleraren longziekten, werkzaam in het St. Antonius, een belangrijke grondlegger van longgeneeskunde in Nederland en hij benadrukte het belang van samenwerking. In 1982 werd de naar hem vernoemde Swierenga Stichting opgericht. Video: Nieuwe Swierenga Penningen gegoten: Link
Lees ook het interview in de Limburger: Link, bericht Sint Antonius Zks.: Link en bericht in EdeStad: Link
Interview in DOQ door Marc de Leeuw met Marjolein Drent, emeritus-hoogleraar interstitiële longaandoeningen en gepensioneerd longarts.
Longschade door geneesmiddelen is een onderschat probleem. Een goede multidisciplinaire samenwerking tussen artsen en apothekers is cruciaal om bij longproblemen een geneesmiddel als mogelijke aanstichter te kunnen opsporen.
“Het is heel belangrijk om als zorgverleners uit verschillende disciplines met elkaar mee te denken en te zoeken naar oplossingen. Kijk naar de patiënt, ken het metabolisme van het geneesmiddel en hoe dit interacteert met andere geneesmiddelen. Weeg af hoe belangrijk het is om een geneesmiddel te geven, of er een alternatief mogelijk is, en benut de kennis van de farmacogenetica zoveel mogelijk. Dit is maatwerk per patiënt.”
Lees hier het hele interview: Link
